Bij de naam Bill zou ik meteen denken aan een Amerikaanse vrachtwagenchauffeur, met een enorme baard en een bierbuik, maar niets is minder waar.
Bill is een ander soort man, namelijk eentje die vermomd is in een dik pluizig kattenlijfje met één oog.
Om eerlijk te zijn heeft hij nogal wat overeenkomstigheden met de doorsnee man. Dan heb ik het natuurlijk niet over de fantastische man die jij bent, of het waanzinnige lot uit de loterij wat jouw partner is, maar over de doorsnee man.
Graag leg ik je uit hoe ik aan deze vergelijking kom.
Bill doet alleen wat hij wil.
Ruimt zijn rommel niet op.
Houdt meerdere opties open.
En als hij wat van je gedaan moet hebben haalt hij alles uit de kast om zijn liefste zelf te zijn.
Liefde gaat bij hem door de maag.
We zijn al jaren buren, Bill en ik, maar pas sinds een paar jaar is hij verliefd op me.
Zijn liefde gaat ver...
Uren zit hij in de regen op mijn stoepje in de hoop dat ik zo thuiskom.
Als ik al thuis ben klopt hij dwingend aan, hij is een echte volhouder en blijft met zijn poot tegen de deur rammen. Geef ik geen gehoor, dan loopt Bill om en klimt over de schutting. Zit je lekker te chillen op je bank met een warme chocomelk voor de tv en ineens wordt er om 23:30 hard op je raam geklopt.
Bill klopt niet alleen dwingend, maar drukt daarbij zijn snuit plat tegen het glas en staart met zijn ene oog hypnotiserend naar binnen, dit houdt hij gerust een paar uur vol.
Een keer ging het zelfs zo ver dat ik dacht dat ik een inbreker had. Ik was alleen thuis en hoorde ’s nachts zware voetstappen in huis en belde de politie. Met de agent aan de telefoon liep ik door het huis en je raadt het al... Bill! Hij was via een afdak omhoog geklommen en had zich met zijn vadsige lijf opgehesen aan de vensterbank en het raam van Nova’s kamer geforceerd.
Ondanks de liefde, heeft Bill pas sinds een aantal maanden zijn muurtje laten vallen en mag ik hem oppakken en zelfs knuffelen!
Soms heeft hij nog een kleine terugval en dan begint zijn staart wild te zwiepen, het is dan een kwestie van neerzetten, naar achter springen en proberen je benen heel te houden. Ik denk toch een stukje bindingsangst wat er dan bij hem naar boven komt.
Hij blijft natuurlijk een echte player, de charmeur van de straat.
Ben ik niet thuis dan gaat hij gerust vreemd met achterbuurvrouw Denise, zij heeft maar liefst vier prachtige pluizige poezen in huis en probeert hem daarmee naar binnen te lokken. Maar Bill wil niet van bil (flauwe platte grap) en ziet deze poesjes niet staan. Eerlijk… hij is er zelfs bang voor, maar dat heb je niet van mij…
Als zijn baasje Saskia de straat inrijdt met wie hij al zeer langdurig samenwoont en ik sta op de stoep, doet hij net alsof hij me niet kent en loopt me straal voorbij.
Ook het laatste mannencliché is waar. De liefde van Bill gaat door de maag, hij weet zich altijd rond etenstijd naar binnen te sneaken en wurmt zich dan tussen ons in aan tafel.
Hij kwijlt gelukkig niet, dat scheelt.
Soms als ik hem echt zat ben, lok ik hem met een ieniemini (echt niet meer Sas) stukje kipfilet naar buiten en doe dan snel de deur dicht.
Beledigd is hij dan wel, maar de volgende dag is het vergeven en vergeten.
Waarschijnlijk kotst hij dat dan bij Saskia uit, maar daar zeuren we niet over.
Ik kan door Bills vieze poten niet meer door mijn ramen naar buiten kijken en Saskia ruimt af en toe een stukje kippenkots op.
Zo doen wij dat in onze buurt, niet lullen, maar poetsen!
ps: Die vieze vetvlekken op de muur daar is Bill niet schuldig aan, mijn kids zijn nog op ontdekkingstocht met cakebeslag en mixer, ze hebben de slag behoorlijk te pakken.
Reactie plaatsen
Reacties